Ik vind een middeleeuws verhaal minder leuk om te lezen. - Frederique
Het is best leuk om een keer een verhaal te lezen uit het verleden want dan kom je er achter hoe men in die tijd omging met bepaalde zaken. - Veerle
Ik houd niet van verhalen waar siencefiction in voorkomt. Ik houd meer van echt gebeurde verhalen. - Frederique
Daar ben ik het mee eens, maar ik vind het leuk om te zien hoe mensen in de middeleeuwen dachten. - Veerle
Ik vind het leuk dat het verhaal over Karel de Grote gaat, want daar heb ik bij geschiedenis veel over geleerd. - Frederique
Ik vond het wel grappig dat het oud Nederlands er ook bij stond, maar ik heb er eigenlijk niks gelezen in het oud Nederlands. - Veerle
Dat vond ik inderdaad ook wel leuk, omdat we daar met Nederlands ook aandacht aan hebben besteed. - Frederique
dinsdag 2 juni 2015
Tijd en Personen
Het boek is rond 1230 geschreven en het speelt zich af tijdens het leven van Karel (742-814). Hij was keizer van 800-814 en rond 785 was er echt sprake van een samenzwering tegen hem!
Tijd
Loopt het verhaal chronologisch?
Het is chronologisch geschreven en de vertelde tijd is een dag en een nacht.
Zijn er tijdssprongen?
Nee, er zijn geen tijdssprongen.
Zijn er flashbacks?
Er zijn geen flashbacks, het verhaal wordt gewoon chronologisch vertelt.
Wat is de historische tijd?
Het verhaal speelt zich af in de middeleeuwen.
Personen
Wie zijn de personen die voorkomen in het verhaal?
Koning Karel de Grote
Elegast
Eggeric van Eggermonde
De zus van Karel de Grote.
Wie zijn de hoofd -en bijpersonen, en wat zijn hun relaties?
Karel de Grote en Elegast zijn de hoofdpersonen. Elegast is een leenman van Karel.
Eggeric van Eggermonde is een bijpersoon en de zwager van koning Karel.
Is er een (anti) held?
Elegast is de held, want hij vermoord Eggeric en Eggeric wilde koning Karel vermoorden.
dinsdag 26 mei 2015
Samenvatting
Deze weblog gaat over Karel ende Elegast. De schrijver van dit verhaal is onbekend, maar we weten wel uit welke tijd dit boek afstamt namelijk de middeleeuwen.
Koning Karel de Grote wordt in de nacht voor hij zijn hofdag gewekt door een engel. Hij beveelt Karel om te gaan stelen, maar Karel doet dat niet. Pas na de derde keer (3 is een heilig getal) gelooft hij het en sluipt Karel het kasteel uit. Alle wachters slapen.
Op een gegeven moment komt hij op zijn paard een andere roofridder tegen. Beiden willen ze niet zeggen wie ze zijn en er ontstaat een gevecht. Dan noemt de onbekende ridder zijn naam: Elegast (Vroegere leenman die verbannen is).
Samen besluiten ze om bij Eggeric (zwager van Karel) het kasteel binnen te dringen. Daar gedraagt Karel zich erg onhandig, door te willen inbreken met een ploegijzer. D.m.v. een wonderkruid kan Elegast verstaan wat de dieren zeggen, en hij hoort dat de koning in de buurt is, maar hij gelooft hen niet.
Elegast neemt een flinke buit en wil ook nog een kostbaar zadel uit de slaapkamer stelen, maar Eggeric en zijn vrouw worden wakker van het gerinkel van de bellen van het zadel en Elegast verstopt zich onder het bed. Eggeric vertelt aan zijn vrouw dat morgen koning Karel vermoord zal worden. Als zij dan daarom tegen hem uitvalt, slaat Eggeric haar een bloedneus. Elegast vangt wat van haar bloed als bewijs in zijn handschoen op en tovert daarna iedereen weer in slaap en vlucht het kasteel uit. Dan vertelt hij alles aan Karel (maar Elegast weet niet dat de koning himself voor hem staat!).
Karel begrijpt hierdoor dat hij daarom door God was gezonden om uit stelen te gaan.
Karel belooft Elegast dat hij de koning zal inlichten en zo gaan ze uit elkaar. Door deze nachtelijke tocht ontdekt Karel -ondanks zijn verbanning- Elegasts trouw aan de koning en de ontrouw van Eggeric.
De volgende dag worden op het hofdag alle samenzweerders gevangen genomen en wordt er een tweestrijd tussen Elegast en Eggeric uitgeroepen. Elegast overwint (m.b.v. zijn gebed tot God) en Eggeric wordt gedood.
Elegast wordt dan in eer hersteld en krijgt Karels zuster als vrouw.
Koning Karel de Grote wordt in de nacht voor hij zijn hofdag gewekt door een engel. Hij beveelt Karel om te gaan stelen, maar Karel doet dat niet. Pas na de derde keer (3 is een heilig getal) gelooft hij het en sluipt Karel het kasteel uit. Alle wachters slapen.
Op een gegeven moment komt hij op zijn paard een andere roofridder tegen. Beiden willen ze niet zeggen wie ze zijn en er ontstaat een gevecht. Dan noemt de onbekende ridder zijn naam: Elegast (Vroegere leenman die verbannen is).
Samen besluiten ze om bij Eggeric (zwager van Karel) het kasteel binnen te dringen. Daar gedraagt Karel zich erg onhandig, door te willen inbreken met een ploegijzer. D.m.v. een wonderkruid kan Elegast verstaan wat de dieren zeggen, en hij hoort dat de koning in de buurt is, maar hij gelooft hen niet.
Elegast neemt een flinke buit en wil ook nog een kostbaar zadel uit de slaapkamer stelen, maar Eggeric en zijn vrouw worden wakker van het gerinkel van de bellen van het zadel en Elegast verstopt zich onder het bed. Eggeric vertelt aan zijn vrouw dat morgen koning Karel vermoord zal worden. Als zij dan daarom tegen hem uitvalt, slaat Eggeric haar een bloedneus. Elegast vangt wat van haar bloed als bewijs in zijn handschoen op en tovert daarna iedereen weer in slaap en vlucht het kasteel uit. Dan vertelt hij alles aan Karel (maar Elegast weet niet dat de koning himself voor hem staat!).
Karel begrijpt hierdoor dat hij daarom door God was gezonden om uit stelen te gaan.
Karel belooft Elegast dat hij de koning zal inlichten en zo gaan ze uit elkaar. Door deze nachtelijke tocht ontdekt Karel -ondanks zijn verbanning- Elegasts trouw aan de koning en de ontrouw van Eggeric.
De volgende dag worden op het hofdag alle samenzweerders gevangen genomen en wordt er een tweestrijd tussen Elegast en Eggeric uitgeroepen. Elegast overwint (m.b.v. zijn gebed tot God) en Eggeric wordt gedood.
Elegast wordt dan in eer hersteld en krijgt Karels zuster als vrouw.
Abonneren op:
Posts (Atom)